De schoonheid van de WBTR
Riskworld – 22 juni 2022 | Hoe wanbeheer en schandalen hebben geleid tot vernieuwende wetgeving, die een ondersteuning is voor het besturen. Hoe wetgeving kan verleiden en dwingen tot gedragsverandering, die financiële zelfverrijking voorkomt, maar sociale verrijking stimuleert. Wat je kunt doen om een cultuur van vertrouwen te realiseren en te leren met elkaar te besturen in een wereld die meer zwarte zwanen kent en antifragiele bestuurder verlangt. Wie durft?
Door Ronald van Tol
Schandalen, valsheid in geschrifte, buitensporige bestedingen, luxe feestjes en de greep in de kas door de penningmeester hebben het nieuws veelvuldig gehaald en het lijkt er niet op dat het minder wordt. Het zijn de ongeregeldheden bij de Meavita’s, de IJsselmeerziekenhuizen, de Philidelphia’s, de Rochdales van deze wereld die hebben geleid tot onderzoek naar hoe het met besturen uit de hand kon lopen in tijden van business as usual.
Het rapport “Een lastig gesprek”
De commissie Goed Bestuur onder leiding van Femke Halsema heeft dit onderzoek uitgevoerd en gerapporteerd onder de titel “Een lastig gesprek”. Een van de conclusies van de commissie betreft de aanpassing van het burgerlijk wetboek, juist op het punt van de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van het bestuur en het interne toezicht. Hierop is de Wet bestuur en toezicht rechtspersonen (WBTR), die tot op dat moment alleen voor nv’s en bv’s gold, toegepast op verenigingen en stichtingen, effectief per 1 juli 2021. De artikelen gelden voor alle verenigingen, voor grote en professionele zoals sportbonden en voor kleinere verenigingen zoals de lokale bridge-, brei- of beleggingsclub. Er is wel sprake van proportionaliteit. Meer besturen dan verenigingsactiviteit is geen wenselijke situatie.