The Safety Anarchist
Co-auteur van dit bericht: Ron Koppes
‘Wat is het meest idiote wat je moet doen om hier te werken?’ Deze vraag adviseert Sidney Dekker op de werkvloer te stellen als je werk wilt maken van het safety differently gedachtegoed.
Sidney Dekker laat in zijn boek zien dat, hoewel de wereld veiliger is dan ooit tevoren, we als samenleving een kritiek punt zijn gepasseerd wat betreft het aantal regels en procedures in relatie tot veiligheid. Organisaties met veels regels en bureaucratie hebben volgens Dekker weinig inzicht in de realiteit van de werkvloer en lopen ondanks alle moeite kans dat de regels juist bijdragen aan incidenten. Werknemers zien in het ‘woud aan bureaucratie’ niet meer waartoe een regel dient. Te strakke regels en procedures sluiten niet aan op de complexiteit van de werkcontext van de gemiddelde werknemer.
Betuttelende opgelegde regels, ofwel ‘regelinfantilisatie’, zijn volgens Dekker een probleem om veilig te kunnen werken. Organisaties die focussen op wat mis kan gaan en regels stellen alsof er eigenwijze kinderen op de werkvloer rondhangen die je beloont als ze geen schade berokkenen en die je straft als ze de regels overtreden, zijn mensonterend bezig. Het boek omvat veel praktijkvoorbeelden van hoe het niet moet, zoals een bedrijf die na een veiligheidsbeoordeling werknemers voorschrijft theezakjes niet te hergebruiken in verband met risico van lichte brandwonden. Dit soort betutteling holt het gezond verstand van werknemers uit en benut hun ervaring, creativiteit en initiatief niet.
Wat is dan een alternatief volgens Sidney Dekker? Een organisatie die mensen behandelt als probleemoplossers en betrekt in het maken van werkprocedures met focus op wat nodig is om dingen goed te laten gaan. ‘Safety anarchisten’ vertrouwen meer in mensen dan in regels en processen. Uitgangspunt bij alle betrokkenen moet zijn dat werknemers naar eer en geweten werken vanuit de wens om bij te dragen aan een goed functionerende organisatie. Veerkracht en vertrouwen in vakmanschap zie je in veel organisaties al wel op bestuurskundig vlak in de vorm van plattere organisaties en zelfsturende teams maar nog weinig op gebied van veiligheidsmanagement.
Dekker geeft praktijkvoorbeelden met tips om het beter te doen, conform het safety differently gedachtegoed:
- Vraag: ‘wat moet er goed gaan?’ in plaats van wat fout kan gaan. Leer van dingen die goed gaan en begrijp waardoor die goed gaan. Ga door appreciative inquiry in positieve termen op zoek naar successen.
- Stop met betekenisloze indicatoren en statistieken. Stop met ‘mensen tellen zonder helm’ alsof dat een indicatie van veiligheid is. Praat met mensen op een waarderende manier en vraag wat ze nodig hebben om hun werk goed te doen.
- Betrek je mensen van de werkvloer bij het maken van regels en probeer de hoeveelheid regels tot een minimum te beperken
- Stimuleer variatie, geef mensen mogelijkheden meer zelf te organiseren.
- Stop met targets en bonussen voor veiligheidsprestaties. Het risico van perverse prikkels ligt op de loer.
- Stop vermaningen in betuttelende posters en slogans.
- Breng veiligheid als een richtlijn van ons allen in plaats van deze vanuit de top op te leggen.
In “The Safety Anarchist” laat Dekker zien wanneer top-down regels en procedures hun doel voorbijschieten en geeft hij een alternatieve route voor veiligheid.